Bron: Ad.nl, Remi Lehmann/HLN
Van ski-jassen tot jeans: bergen nieuwe kleding eindigen in de fast fashion-woestijn
Grote kledingconcerns lanceren bijna net zoveel collecties als het jaar weken telt. Het textiel dat niet wordt verkocht, komt terecht in de Atacama-woestijn, in het noorden van Chili. Daar ligt volgens experts ruim 100.000 ton aan afgedankte kleding.
De Atacama-woestijn is daarmee een van de grootste kledingdumpen ter wereld. Het textiel komt voornamelijk uit Noord-Amerika, Europa en Azië. Via de nabijgelegen havenstad Iquique worden de duizenden tonnen kleding voor een prikkie geïmporteerd.
,,Gemiddeld komt hier jaarlijks 39.000 ton aan textiel aan”, aldus Franklin Zepeda van EcoFibra. Zijn bedrijf probeert een duurzame bestemming te geven aan de afgedankte kleding en gebruikt die voor het maken van isolatiepanelen voor sociale woningen in de regio van Iquique.
Bergen kleding tot vijf meter hoog
Hij legt aan de Argentijnse nieuwszender TN uit hoe het selectieproces van de Chileense kledingimporteurs werkt: in de sorteercentra bij de haven wordt een scheiding gemaakt. Wat de handelaren denken te kunnen verkopen, wordt naar hoofdstad Santiago verscheept, waar de meeste consumenten wonen. Maar de rest wordt illegaal in de woestijn gedumpt, vlak bij de haven.
Op de bergen die soms wel vier tot vijf meter hoog zijn, vind je beschadigd textiel, maar ook nieuwe kleding die men ‘onverkoopbaar’ acht. Denk bijvoorbeeld aan de in Chili slecht verkopende XXL-maten, of ski-jassen. Vaak zit het labeltje met de oorspronkelijke verkoopprijs er nog aan.
Vervuiling
Het duur tot wel 200 jaar voordat een kledingstuk verteert. In Chili is het dan ook verboden om textiel op de gewone vuilnisbelt te dumpen: kleding is niet biologisch afbreekbaar en bevat veel chemicaliën. Daarom vormt de illegale stort een risico voor de drinkwatervoorziening. De vervuiling dringt namelijk door tot de ondergrondse waterreservoirs in een van de droogste regio’s ter wereld.
Daarnaast staat de fast fashion-woestijn regelmatig in brand. Dat is een van de manieren waarop men de kledingbergen probeert te verkleinen. Maar bij de verbranding komen giftige stoffen vrij waar omwonenden last van hebben.
Een miniem deel van de afgedankte kleding wordt alsnog benut. Maar dat is het gevolg van een andere tragedie: voor duizenden straatarme migranten, vaak Venezolanen, is Iquique een doorgangsplaats op weg naar een beter tweede leven. Zij scharrelen gratis een nieuwe outfit bijeen na een barre tocht van duizenden kilometers.
Chili is de grootste kledingimporteur van Zuid-Amerika, maar voor de illegale stort werd lange tijd een oogje dichtgeknepen. Inmiddels werkt de nationale overheid aan een wet voor maatschappelijk verantwoord ondernemen. Die maakt de Chileense textielindustrie, maar ook -importeurs, verantwoordelijk voor het afval dat ze genereren.
Het probleem ligt volgens Zepeda echter dieper. Hij wijt de bergen kleding grotendeels aan de cultuur van fast fashion: ,,We zouden als consumenten (…) alleen kleding moeten kopen die we écht nodig hebben, die repareren en recyclen. Het is een wereldwijd probleem”.